Over AGEhIV
Wat is het doel van de AGEhIV Cohort Studie?
Mensen met hiv worden steeds ouder. Dit is te danken aan de komst van effectieve combinatietherapie tegen hiv. Bepaalde ziekten, zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte, nierziekten, leverziekten, geheugenstoornissen, kanker en botontkalking, komen vaker voor bij mensen mét hiv dan bij leeftijdsgenoten zonder hiv. Deze ziekten worden ook wel comorbiditeiten genoemd.
De AGEhIV Cohort Studie brengt in kaart hoe vaak comorbiditeiten vóórkomen bij mensen met een hiv-infectie. Ook onderzoeken wij welke risicofactoren hierbij een rol spelen. Met deze kennis kunnen we risicofactoren behandelen en het aantal comorbiditeiten terugdringen. Want als we weten welke comorbiditeiten vaker vóórkomen en welke risicofactoren hierbij een rol spelen, dan kunnen we deze comorbiditeiten beter behandelen en mogelijk voorkomen. Hiermee kunnen we de kwaliteit van leven verbeteren bij mensen met een hiv-infectie.
Informatie over het studiebezoek
Wat maakt de AGEhIV Cohort Studie uniek?
De AGEhIV Cohort Studie heeft een unieke opzet. De groep mensen mét hiv lijkt erg op de groep mensen zonder hiv in ons onderzoek. Zo zijn de groepen ongeveer even oud, zijn er evenveel mannen als vrouwen aanwezig, en komt de seksuele voorkeur overeen. Hierdoor kunnen wij het effect van hiv op verschillende comorbiditeiten betrouwbaar in kaart brengen.
Deelnemers van de AGEhIV Cohort Studie komen elke 2 jaar naar het AMC of de GGD voor een studiebezoek. Dit levert waardevolle informatie op. Het langdurig vervolgen van onze studiedeelnemers is van groot belang om beter in beeld te krijgen wat het betekent om ouder te worden mét en zonder hiv. Dit geeft antwoord op de vraag of mensen met hiv sneller comorbiditeiten ontwikkelen dan mensen zonder hiv, en welke risicofactoren bijdragen aan het ontstaan van deze comorbiditeiten. Hiermee hopen wij bij te dragen aan een (nog) betere zorg en kennis over hoe mensen met hiv veerkrachtig oud kunnen worden.
Waarom is de AGEhIV Cohort Studie opgericht?
Sinds de komst van effectieve combinatietherapie tegen hiv krijgen steeds minder mensen aids en worden mensen met hiv steeds ouder. Het beschikbaar komen van combinatietherapie voor hiv is één van de grootste medische successen van deze tijd. Ondanks de combinatietherapie zijn er aanwijzingen dat mensen met een hiv-infectie meer gezondheidsproblemen hebben dan de algemene bevolking.
Bepaalde ziekten, zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte, nierziekten, leverziekten, geheugenstoornissen, kanker en botontkalking, komen vaker voor bij mensen mét hiv dan bij leeftijdsgenoten zonder hiv. Deze ziekten worden ook wel comorbiditeiten genoemd.
Comorbiditeiten komen vaker voor op hogere leeftijd. Ook risicofactoren, zoals roken, overmatig alcoholgebruik, en overgewicht, verhogen de kans op comorbiditeiten. Dit is het geval bij mensen met en mensen zonder hiv. Bij mensen met hiv is het risico op comorbiditeiten mogelijk hoger. Stoornissen in de afweer en chronische bijwerkingen van combinatie therapie spelen hierbij mogelijk een rol. Ook aangeboren (erfelijke) factoren kunnen bijdragen aan het optreden van deze ziekten.
Wat is de AGEhIV neurologische substudie?
Naast de algemene AGEhIV Cohort Studie deden 103 hiv-positieve deelnemers uit het AMC en 78 hiv-negatieve deelnemers van de GGD mee aan de neurologische substudie. Deze substudie bestudeerde de relatie tussen hiv en veroudering van de hersenen en de ogen. De studie bestond uit vier aanvullende onderzoeken: een geheugenonderzoek, een MRI-scan van de hersenen, een ruggenprik (voor onderzoek van het hersenvocht) en een oogonderzoek. Deze substudie is inmiddels afgerond.
Wat is de AGEhIV COVID-19 substudie?
Sinds september 2020 is de COVID-19 substudie binnen de AGEhIV Cohort Studie van start gedaan. Het doel van deze substudie is om meer inzicht te krijgen in de gevolgen van de COVID-19 pandemie voor mensen met hiv. Middels halfjaarlijkse bloedafnames wordt de reactie van het immuunsysteem op het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2 onder hiv-positieve en hiv-negatieve deelnemers onderzocht, onder andere middels een antistofbepaling. Daarnaast wordt middels vragenlijsten onderzocht wat de gevolgen van de COVID-19 pandemie zijn op bijvoorbeeld het gebruik van alcohol, tabak of drugs.
Deze substudie bestaat uit vijf bezoekrondes die plaatsvinden in september/oktober 2020, maart/april 2021, september/oktober 2021, maart/april 2022 en september/oktober 2022. Deelnemers ontvangen informatie per mail of post voorafgaand aan ieder studiebezoek.